Een moestuin hebben, betekent niet dat je zomaar wat zaadjes plant en dan na een bepaalde tijd alleen nog de oogst hoeft binnen te halen. Een moestuin vraagt wel iets meer aandacht. Net zoals je gewone tuin, moet je ook de moestuin onderhouden. Dat betekent dat je regelmatig het onkruid tussen de gewassen moet weghalen, de gewassen eventueel voeding geven, ongedierte voorkomen en de moestuin klaar maken voor de winter. Als je met regelmaat even naar je moestuin omkijkt, is de kans op een mooie oogst stukken groter.
Hoe en wanneer moestuin bemesten
Natuurlijk zit er verschil tussen de diverse gewassen die je in je moestuin zaait. Sommige gewassen hebben echt heel weinig onderhoud nodig, terwijl andere gewassen het juist nodig hebben om af en toe wat extra voedingsstoffen te krijgen. Als het gaat om de moestuin bemesten, schieten je misschien gelijk de volgende twee vragen te binnen: ‘Wanneer moestuin bemesten en hoe moestuin bemesten?’ Daarom zullen we hier wat duidelijkheid over geven.
Welke mest
Veel gewassen hebben hun eigen specifieke wensenlijst. Niet ieder gewas stelt prijs op compost of wil bemest worden op dezelfde tijden. Erwten en bonen vinden het bijvoorbeeld heerlijk om aan het begin van het moestuin seizoen bemest te worden, maar dat zijn niet alle groentes met ze eens. Ook het type mest wat gewenst is, kan nog wel eens per gewas verschillen. Voor het ene gewas werkt (koe)mest beter en bij een ander gewas is een handje kalk of kali voldoende.
Veel of weinig
Sommige gewassen zijn namelijk behoorlijke veelvraten. Meestal heeft dat te maken met het feit dat deze gewassen ook hard moeten werken om te zorgen dat ze goed groeien. Je ziet dat vaak bij kolen en vruchtgroenten. De vruchtgroenten kunnen wel wat extra mest gebruiken op het moment dat ze vruchten gaan maken en ook tussendoor waarderen ze een extra handje mest. Ook tomatenplanten kunnen wel af en toe een handje extra mest gebruiken. Net zoals de courgette en de pompoen. Voor de volgende gewassen geldt dit ook:
- Kolen, zoals broccoli, boerenkool, bloemkool en spruiten
- Paprika
- Peper
- Komkommer
De ondergrondse gewassen
Er zijn gewassen die voornamelijk boven de grond groeien, maar er zijn ook gewassen die voornamelijk onder de grond groeien. Meestal hebben die ondergrondse gewassen niet zo veel mest nodig, behalve dan de aardappels. Over het algemeen is een beetje compost voldoende. Wat wel een positieve invloed op de groei van deze gewassen heeft is kali. Dit zorgt dat de bol, knol of wortel extra goed groeit. Knoflook, uien, rode bieten, prei, wortel, het zijn allemaal gewassen die het goed doen op een beetje kali.
De voordelen van kali
Kali heeft nog andere voordelen. Het vermindert namelijk ook de gevoeligheid van de gewassen voor droogte en (nacht)vorst en het verbetert de smaak, geur, kleur en houdbaarheid. Het kan in sommige gevallen ook de schade op sommige schimmelziekten beperken. Hoeveel kali je precies moet geven verschilt per gewas. Peen kan wel behoorlijk wat kali gebruiken, aardappelen en bieten weer wat minder en granen nog minder.
Bescherm uw planten tegen nachtvorst en droogte met kali.
Kalk is ook een optie
Als je moestuin wat zuurdere grond heeft, kan dat invloed hebben op de groei van de gewassen. Kolen hebben hier namelijk wat minder mee, die hebben liever een wat meer alkalische grond of basische grond. Voordat je de gewassen uitzet, kun je in zo’n geval beter wat kalk door de grond mengen.
Wanneer moestuin bemesten
Meestal is het voorjaar de beste tijd om de tuin te bemesten. In het voorjaar beginnen de meeste planten namelijk uit te lopen, de groei gaat dan hard en ze kunnen wel wat extra voedingsstoffen gebruiken. Voor de moestuin kun je in oktober (kleigrond) al beginnen met bemesten en dat kan uitlopen tot in maart (zandgrond). Bijvoorbeeld met een mulchlaag van compost. Aan het einde van de winter kun je ook een gemengde organische mest gebruiken voor je moestuin.
Hoe moestuin bemesten
Let bij het bemesten er op dat de mest niet op het blad van de gewassen terecht komt. Dit zou voor bladverbranding kunnen zorgen. Een meststof die goed strooibaar is, kan vaak ook nog eens beter oplossen in de grond. Hierdoor kan de meststof beter zijn werk doen. Check altijd de gebruiksaanwijzing voor de meststoffen op de verpakking. Let ook op de werking van de meststof. Klein fruit heeft graag een meststof die fosfaat vrij is. Het resultaat is een rijke oogst met stevige planten.
Andere positieve eigenschappen van het bemesten
Door te bemesten, potgrond of compost te strooien verbeter je ook de grondstructuur. Het zorgt voor meer biodiversiteit in de bodem en dat bodemorganismen beter kunnen vertoeven in de bodem. Dit alles zorgt weer voor een betere waterdoorlaatbaarheid en het verhoogd het zuurstofgehalte in de grond. Ook het water wordt beter in de grond vastgehouden en de gewassen kunnen makkelijker hun voedingsstoffen opnemen. Bemesten komt dus eigenlijk allerlei punten ten goede. Zowel de groei als de bloei en de gezondheid van de gewassen worden op een positieve manier beïnvloed door het bemesten. Met als eindresultaat lekkere verse groenten, fruit of kruiden uit de eigen tuin!
Een gezonde bodem
Tot slot nog een aantal tips. Bemesten is belangrijk omdat in een rijke en luchtige voedingsbodem planten en gewassen goed groeien en bloeien. Planten en gewassen die in een gezonde bodem groeien, worden minder snel ziek. Hierdoor kun je het gebruik van bestrijdingsmiddelen beperken. Hoe krijg je die bodem zo gezond mogelijk?
- Maak de bodem vruchtbaar en gezond door er compost door te scheppen en/of te bemesten.
- Gebruik nooit te veel mest. Als te veel gebruikt, worden de gewassen juist weer kwetsbaar en slap.
- Check eerst welke bodem je hebt om de bemesting daaropaf te stemmen.
Eigen teelt
Door je moestuin goed te onderhouden, kun je over een aantal weken of maanden genieten van je eigen groente en fruit. Verser kan het niet en het smaakt vast extra lekker door de wetenschap dat je het zelf verbouwd hebt.