Houtige stekken vs zachte stekken
Er zijn twee hoofd types van stekken:
- Zachte stekken zijn jonge zachte (buigzame) takken met bladeren
- Houtige stekken zijn ouder, niet buigbaar. Ze worden meestal genomen in rust nadat de bladeren afgevallen zijn.
Enkele algemene kenmerken van de twee typen worden hieronder vermeld:
Stekken van zacht hout
- Bladeren aan de onderkant verwijderen, die aan de bovenkant behouden en vaak gesnoeid.
- Jonge takken. Stek altijd stekken. De beste stekken hebben enige flexibiliteit, maar zijn volwassen genoeg om te breken wanneer ze scherp gebogen worden.
- 75-125 mm lang met twee of meer knooppunten
- Basale snede gemaakt net onder een knooppunt.
Hardhoutige stekken
- Alle bladeren zijn verwijdert.
- Jonge takken. Centrale en basale delen van de scheuten (basale stekken) of het einde van de scheuten (stekken van de uiteinden).
- 10–75 cm lang met minimaal twee knooppunten. 6-25 mm diameter.
- Basale snede gemaakt net onder een knooppunt. Bij basale stekken wordt de topsnede 15–25 mm boven het knooppunt gemaakt.
De stekken kunnen soms worden verkleind tot slechts een klein stukje stengel met een enkel blad en een okselknop, dat wil zeggen een enkele knoop. Dergelijke stekken worden nodale stekken genoemd . Ze zijn vooral handig als het snijmateriaal schaars is.
Afbeeldingen hieronder komen van hier.
Vier soorten houtige stekken: a tot c: Basale stekken (a: “hamer”, b: “hiel”, c: “recht”); d: kop stek
